Kenmerkend voor de architectuur in de periode tussen beide Wereldoorlogen, het interbellum, is de nadruk op de kap. Een fraai voorbeeld daarvan is deze middenstandswoning, die in 1931 is gebouwd in opdracht van K.A. van der Veen, naar een ontwerp van het Leeuwarder architectenbureau Gros en Heldoorn.
Nog datzelfde jaar werd de garage bijgebouwd, ontworpen door de Drachtster architect Tj. Sietsma. Het woonhuis is opgetrokken in schone baksteen en de gevels zijn versierd met diverse bijzondere details, zoals de oorspronkelijke rondboogdeur, de opgemetselde bloembak die de hoek omloopt en dunne horizontale uitmetselingen in de hoekpenant tussen de beide vensters.