Er werken nu kunstenaars in de kantoorruimten en een historisch autobusmuseum vindt onderdak in de grote hallen, maar het complex werd in 1960 gebouwd voor Machinefabriek N.V. Sluis.
De machinefabriek was de eerste industriële bebouwing aan de Tussendiepen. Sluis was een van de gebruikers van de industrieflat aan de Oliemolenstraat, het verzamelgebouw voor beginnende bedrijven.
Toen het uit zijn jasje groeide werd het nieuwe pand in gebruik genomen. Het blokvormige volume aan de straat bevatte de kantoren, de grote hallen waren de productiegebouwen, die door middel van een tussenlid met het kantoor waren verbonden. In de lagere delen van de voorste fabriekshal waren onder meer de bedrijfskantine, magazijnen en een wasruimte voor de arbeiders. De gebouwen zijn opgetrokken in staal en beton en hebben de stilistische kenmerken van het destijds gangbare, modernistische Functionalisme. Het totale bedrijfscomplex is een lappendeken van gebouwen uit zeer uiteenlopende perioden. Het begon in 1850 met de oprichting van de oliemolen De Nijverheid. Deze windmolen werd gebruikt voor het persen van lijn- en raapzaad. Toen de molen in 1871 van windkracht overging op stoom was het de eerste echte stoomfabriek in Drachten. Daarmee werd de basis gelegd voor de rubberfabriek Balata, een bedrijf dat op de oorspronkelijke plaats onder de huidige naam Dunlop Enerka nog steeds volop in bedrijf is.