Dit woonhuis kreeg in 1919 zijn karakteristieke voorgevel, naar een ontwerp van architect Cees Rienks de Boer, maar het dateert al uit de eerste helft van de negentiende eeuw. In 1839 woonde hier touwslager Wiebe Geerts Veenstra, later was notaris Karst Jans van der Veen eigenaar.
In 1910 liet de vervener Wopke Johannes van der Meulen het huis vertimmeren, om het korte tijd later te verkopen aan Andries Zooveele, zeepzieder en grossier in kruidenierswaren. Die op zijn beurt gaf in 1916 opdracht om het pand grondig te verbouwen. Naar ontwerp van architect J.W. Rinsema werden schuur, keuken en broeikas aan de achterkant afgebroken, waarna de gang werd verruimd en er een nieuwe keuken en tuinkamer werden aangebouwd. Aan de westkant van de woonkamer kwam bovendien een serre. Bij de verbouwing onder leiding van C.R. de Boer drie jaar later werd de woning tevens uitgebreid met een extra bouwlaag. Sinds de jaren vijftig is het huis in gebruik als dokterswoning, achtereenvolgens door oogarts Edens en de huisartsen Mees en Brunnikhuis. De laatste liet in 1996 woning en praktijkruimten verbouwen en uitbreiden.